“Veel verantwoordelijkheden voor de arbeidsrelatie zijn te eenzijdig bij werkgevers belegd.”, oordelen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in het regeerakkoord.
Het regeerakkoord roept de nodige vragen op omdat nog veel onduidelijk is. Ook zijn voor uitwerking van het regeerakkoord wetswijzingen nodig én nader overleg met en tussen de sociale partners. Het is nog maar de vraag of alle plannen 1-op-1 zullen worden doorgevoerd.
Wij zetten de belangrijkste plannen op een rijtje:
Versoepeling ontslagrecht en wijziging transitievergoeding
Werkgevers moeten bij ontslag nu aan alle wettelijke vereisten van de aangevoerde ontslaggrond voldoen. Voor een bedrijfseconomisch ontslag verandert er niks. Maar voor een ontslag op persoonlijke gronden (zoals disfunctioneren of verstoorde arbeidsrelatie) wordt de zgn. cumulatiegrond geïntroduceerd.
Het plan is om het combineren van ontslaggronden mogelijk te maken. Maakt werkgever gebruik van deze ‘cumulatiegrond’, dan kan de rechter bovenop de wettelijke transitievergoeding (en een eventuele billijke vergoeding), een additionele vergoeding toekennen. Deze additionele vergoeding bedraagt maximaal de helft van de transitievergoeding.
Transitievergoeding
Ook bestaat het voornemen de transitievergoeding aan te passen:
- recht op een transitievergoeding vanaf aanvang dienstverband in plaats van na twee jaar;
- langer dan 10 jaar in dienst? Dan wordt de transitievergoeding 1/3 maandsalaris per gewerkt dienstjaar (in plaats van 1/2 maandsalaris);
- overgangsregeling 50+ blijft bestaan (vanaf 50 jaar en na 10 jaar in dienst: één maand per dienstjaar);
- verruiming aftrekbaarheid scholingskosten: scholing binnen eigen organisatie gericht op andere functie mag worden afgetrokken van de transitievergoeding;
- compensatie transitievergoeding na beëindiging dienstverband na 2 jaar ziekte (beoogde ingangsdatum is 1 januari 2019 (met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015);
- geen transitievergoeding bij bedrijfseconomisch ontslag ingeval van een vervangende cao-regeling (beoogde ingangsdatum is 1 januari 2018);
- criteria voor overbruggingsregeling transitievergoeding kleinere werkgevers wordt ruimer en eenvoudiger;
- compensatie transitievergoeding in geval van bedrijfsbeëindiging wegens pensionering of ziekte. Nadere uitwerking door wetgever of sociale partners volgt.
Terugdraaien ketenregeling
Nu geldt dat werkgevers maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mogen aangaan gedurende een (aansluitende) periode van twee jaar (de ‘ketenperiode’). Daarna moet een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden aangeboden. Het nieuwe kabinet wil dat werkgevers (weer) max. drie jaar lang max. drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten mogen aanbieden.
De ketenperiode wordt nu doorbroken als er zes maanden zit tussen twee arbeidsovereenkomsten. Het plan is dat van die zes maanden bij cao op sector niveau mag worden afgeweken. Dit mocht al voor seizoensarbeid en wordt verruimd.
De ketenregeling wordt afgeschaft voor invalskrachten in het primair onderwijs bij ziektevervanging.
Verruimen proeftijd
Biedt een werkgever direct een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan, dan is het plan dat een proeftijd van vijf maanden mag worden overeengekomen. Voor arbeidsovereenkomsten van langer dan twee jaar wordt de proeftijd drie maanden.
Payrolling op de schop
Het plan is om payrolling aan banden te leggen. Nadere uitwerking volgt. Het kabinet zal een wetsvoorstel indienen om het soepelere ontslagregime van de uitzendovereenkomst waar payroll-werkgevers nu gebruik van maken, buiten toepassing te verklaren.
Loondoorbetaling bij ziekte
Loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers (tot 25 werknemers) wordt verkort naar één jaar. Het tweede ziektejaar wordt collectief gedekt via een premie betaald door kleine werkgevers. De ontslagbescherming van twee jaar blijft ongewijzigd.
Werkgevers wordt meer zekerheid beloofd ten aanzien van de loonsanctie, waaronder d.m.v. het vragen van een tussentijds oordeel aan UWV over de voorgenomen re-integratie-inspanningen.
Positie ZZP’ers
Het nieuwe kabinet wil duidelijkheid verschaffen aan zelfstandigen en opdrachtgevers om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Daartoe wordt het volgende voorgesteld:
De Wet DBA wordt vervangen door een ‘tariefsysteem’ om te bepalen of iemand een werknemer of zelfstandige is:
- voor werkers met een ‘laag tarief’ van 15 – 18 euro per uur in combinatie met een langere duur van meer dan 3 maanden of met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten, zou gaan gelden dat altijd sprake is van een arbeidsovereenkomst;
- voor werkers met een tarief van meer dan 15 – 18 euro per uur komt er een zgn. opdrachtgeversverklaring;
- in geval van een hoog tarief van meer dan 75 euro per uur in combinatie met een korter durende overeenkomst van minder dan 1 jaar of met het niet verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten, wordt een ‘opt out’ systeem mogelijk gemaakt voor de loonbelasting en werknemersverzekeringen.
Van kabinetsplannen naar wetswijziging
L&A Advocaten houdt de voorgestelde wijzigingen scherp in de gaten en zal u van tijd tot tijd hierover bijpraten.
L&A Advocaten | Arbeidsrechtspecialisten