De CRvB komt tot het oordeel dat een eigenrisicodrager niet gehouden is om de ZW-uitkering op zich te nemen indien de werknemer bij aanvang van het dienstverband reeds ongeschikt was voor de desbetreffende functie. De klachten en beperkingen die hem ongeschikt maakte voor de functie speelden al vóór aanvang van het dienstverband.
Centrale Raad van Beroep, 12 mei 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1128
Feiten
Werkgever is eigenrisicodrager (hierna ERD) in de zin van de Ziektewet (hierna ZW). Werknemer is op 25 januari 2016 tijdens de periode dat hij een WW-uitkering ontving als dataspecialist bij de werkgever in dienst getreden. Drie dagen na aanvang van het dienstverband meldde de werknemer zich al ziek, waarna de werkgever hem op 2 februari 2016 tijdens de proeftijd heeft ontslagen. Op 3 februari 2016 heeft werkgever een ziekteaangifte gedaan en het UWV verzocht om een beslissing te nemen over de ZW-uitkering. Het UWV kwam tot het oordeel dat de werknemer vanaf 2 februari 2016 recht heeft op een ZW-uitkering en dat de werkgever (als ERD) verantwoordelijk is voor de betaling daarvan.
De werkgever stelt zich op het standpunt dat hij, ondanks het feit dat hij is aan te merken als ERD, niet verantwoordelijk is voor de betaling van de uitkering. Werknemer bleek immers al bij indiensttreding ongeschikt voor het uitoefenen van zijn werkzaamheden als dataspecialist, nu hij al vóór indiensttreding klachten en beperkingen had die hem ongeschikt maakte voor deze functie.
Oordeel Centrale Raad van Beroep
Hoewel de rechtbank en het UWV vasthouden aan het feit dat zij de werkgever verantwoordelijk achten voor uitbetaling van de ZW-uitkering, wordt de toerekening van de uitbetaling van de uitkering door de Centrale Raad van Beroep (hierna CRvB) inhoudelijk beoordeeld en komt de CRvB tot een ander oordeel.
Het CRvB is van oordeel dat de verantwoordelijkheid voor het betalen van de ZW-uitkering niet aan de werkgever kan worden toebedeeld. Het CRvB stelt dat er voldoende en ondubbelzinnige indicaties aanwezig zijn om aan te nemen dat werknemer bij zijn indiensttreding als dataspecialist al ongeschikt was voor de functie. Er zit immers maar drie dagen tussen de indiensttreding en zijn uitval en de psychische klachten zijn in december 2015 al door de huisarts beschreven. Dat de huisarts en praktijkondersteuner hebben opgemerkt dat de klachten bij werknemer wellicht zouden verdwijnen na indiensttreding doet hier volgens het CRvB niet aan af.
Belang voor de praktijk
Deze uitspraak laat zien dat een ERD aan de verplichting tot het betalen van ziekengeld aan een voormalig werknemer kan ontkomen indien deze werknemer bij indiensttreding al ongeschikt bleek te zijn tot het uitoefenen van zijn of haar functie. Om dit te bewerkstelligen dient de ERD echter wel te beschikken over voldoende en tevens vaak zeer privacygevoelige informatie over de zieke werknemer.
Heeft u vragen over deze materie? Neem dan contact op met L&A Advocaten. Wij helpen u graag verder.