Werknemer heeft meermaals gelogen over zijn vakantiebestemming en ter onderbouwing van zijn verhaal een vervalst reisdocument overgelegd. Ondanks zijn langdurige (30 jaar) onberispelijke dienstverband wordt het verzoek van zijn werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen (e-grond) toegewezen. Vanwege het ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer komt hem geen transitievergoeding toe.
Feiten
Werknemer is sinds 16 april 1990 in dienst van de Rijksoverheid. Sinds 1 mei 1997 is hij aangesteld bij Dienst Justitiële Inrichtingen (“DJI”) in de functie van Senior Complexbeveiliger. Op de arbeidsovereenkomst zijn onder andere de Gedragscode Integriteit Rijk en de Gedragscode DJI van toepassing.
Voorafgaand aan de zomervakantieperiode heeft DJI haar werknemers aangegeven dat indien werknemers naar een rood of oranje gebied vertrekken voor vakantie en vervolgens niet terug kunnen komen naar Nederland of bij terugkomst in quarantaine moeten en daardoor niet tijdig terug aan het werk kunnen, er geen loondoorbetaling zal plaatsvinden maar dat zij dan extra vakantie-uren of onbetaald verlof moeten opnemen.
Werknemer is in de periode van 22 juli tot en met 15 augustus 2020 op vakantie naar Turkije – een oranje gebied – geweest. Tijdens zijn vakantie heeft werknemer zijn leidinggevende via WhatsApp bericht dat hij op dat moment in Duitsland was en dat hij enkele Griekse eilanden (gele gebieden) had bezocht.
Op 16 augustus 2020 is werknemer weer op werk verschenen. Op vragen van zijn teammanager heeft hij geantwoord dat hij in Griekenland is geweest. Later hebben twee collega’s van werknemer verklaard dat hij tijdens zijn vakantie in Turkije is geweest. Ten overstaan van zijn leidinggevenden en twee andere collega’s heeft werknemer dit ontkend. In een e-mail aan het Hoofd Beveiliging heeft werknemer zijn verklaring bevestigd en geschreven dat hij tijdens zijn vakantie in Griekenland en Duitsland is geweest. Ook heeft werknemer zijn verklaring op verzoek van DJI onderbouwd door een ondertekend document te verstrekken met daarin gegevens van een retourvlucht tussen Düsseldorf en Rhodos.
In verband met aanhoudende twijfel over de juistheid van het verhaal heeft DJI Bureau Integriteit (“BI”) ingeschakeld om te onderzoeken in welke landen werknemer tijdens zijn vakantie is geweest.
Werknemer heeft zich ziek gemeld. Op 3 september 2020 heeft hij bij de bedrijfsarts verklaard dat hij tijdens zijn vakantie niet in Turkije is geweest. De bedrijfsarts oordeelt dat er sprake is van “werkgerelateerde problematiek”.
Op 4 september 2020 heeft werknemer – uit eigen beweging – aan zijn leidinggevende opgebiecht dat hij wel in Turkije is geweest. Ook aan BI heeft werknemer dit verklaard en dat hij dit voor zijn leidinggevende verzwegen had uit angst dat hij door een verplichte quarantaine loon zou mislopen. Ook heeft hij toegelicht dat hij de vlieggegevens die hij aan DJI had overgelegd van internet heeft gehaald en bij het reisbureau heeft laten ondertekenen.
Op 29 september 2020 heeft DJI de onderzoeksresultaten van BI, waaruit bleek dat hij in Turkije (Ankara en Aksaray) en Duitsland (Düsseldorf) is geweest, met werknemer besproken en aangegeven dat zij zich zal beraden over vervolgstappen.
DJI verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen op grond van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer (de e-grond) te ontbinden. DJI heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat van haar niet kan worden verwacht dat zij de arbeidsovereenkomst met een werknemer die meerdere malen onwaarheden vertelt en dit probeert te onderbouwen met een vervalst document in stand houdt. Bovendien heeft werknemer volgens DJI met zijn gedrag de geldende gedragscodes geschonden.
Het oordeel
De kantonrechter stelt allereerst vast dat ondanks de ziekmelding er geen opzegverbod van toepassing is omdat er sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid en het verzoek tot ontbinding bovendien geen verband houdt met ziekte.
Daarbij overweegt de kantonrechter dat van een werknemer bij DJI wordt verwacht dat hij zich als een goed ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet gedraagt. Daarnaast gelden voor werknemer de gedragscodes, waarin hoog ingezet wordt op betrouwbaarheid en integriteit.
Werknemer heeft herhaaldelijk in strijd met de waarheid verklaard dat hij in de zomer niet naar Turkije is geweest, maar alleen in Duitsland en Griekenland heeft verbleven. Dit heeft hij gedaan ten aanzien van meerdere collega’s, leidinggevenden en de bedrijfsarts en zelfs schriftelijk bevestigd. Daarnaast heeft werknemer zijn leugen ondersteund door het overleggen van een vals document. Hiermee heeft hij in strijd gehandeld met de gedragscodes en de daarin genoemde kernwaarden. Werknemer heeft duidelijk een grens overschreden.
Het langdurige en onberispelijke dienstverband van werknemer bij DJI en de zware gevolgen van de ontbinding voor werknemer – factoren waaraan de kantonrechter een groot gewicht toekent – wegen niet op tegen het ernstige plichtsverzuim waaraan werknemer zich schuldig heeft gemaakt.
Daarbij overweegt de kantonrechter dat de gevolgen van zijn handelen voor hem voorzienbaar waren voordat hij de verweten handelingen pleegde. Toch heeft hem dat er niet van weerhouden. Bovendien raken deze gedragingen de kern van integriteit die bij zijn functie hoort. Hiermee zijn de gedragingen van werknemer aan te merken als een ernstige misstap. Zelfs als werknemer handelde vanuit stress en daardoor wellicht anders handelde dan dat hij onder normale omstandigheden zou hebben gedaan, dan nog geldt dat van werknemer als professionele medewerker met ruime ervaring wordt verwacht dat hij ook in situaties van stress andere wegen bewandelt dan het hanteren van leugens en valse documenten.
De conclusie is dat de kantonrechter oordeelt dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer waardoor de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond zal toewijzen. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de geldende opzegtermijn en omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, is DJI aan hem geen transitievergoeding verschuldigd.
Rechtbank Overijssel 21 december 2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:4497