Indien een topfunctionaris valt onder de Wet normering topinkomens (WNT) mag zijn (contractuele) ontslagvergoeding in beginsel niet meer bedragen dan zijn jaarsalaris en in ieder geval niet meer dan €75.000. Sinds de inwerkingtreding van de WWZ op 1 juli 2015 heeft een werknemer recht op de transitievergoeding.
De transitievergoeding kan maximaal € 76.000,- bedragen of maximaal een jaarsalaris indien dat meer is dan € 76.000,-. Als de topfunctionaris in de zin van de WNT tevens werknemer is kan de transitievergoeding dus hoger uitpakken dan de maximum toegestane WNT-ontslagvergoeding van € 75.000. Wat is dan toegestaan? Over deze problematiek is onlangs door twee kantonrechters, in twee verschillende procedures, uitspraak gedaan.
In de zaak die is voorgelegd aan de kantonrechter te Utrecht verzocht de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding. De werkgever had zich verder bereid verklaard een bedrag van € 87.610,17 bruto aan transitievergoeding te betalen en verzocht de rechter dit bedrag aan de topfunctionaris toe te kennen.
De rechter ontbindt overeenkomstig het (pro forma) verzoek van de werkgever. De kantonrechter stelt vast de werknemer een topfunctionaris is in de zin van de WNT. Over de transitievergoeding oordeelt de rechter dat ingevolge artikel 1.1 sub i WNT en artikel 4 lid 2 Uitvoeringsregeling WNT uitkeringen die ‘rechtstreeks, dwingend en eenduidig’ voortvloeien uit een wettelijk voorschrift of algemeen verbindend verklaarde cao niet tot de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband worden gerekend. Nu het recht op transitievergoeding en de hoogte daarvan (rechtstreeks, dwingend en eenduidig) wordt bepaald in artikel 7:673 BW, is de transitievergoeding een uitkering die voortvloeit uit een wettelijk voorschrift aldus de kantonrechter. Om die reden telt de transitievergoeding niet mee voor de som van uitkeringen waaraan de WNT een maximum stelt. Dat betekent dat de transitievergoeding (in dit geval ter hoogte van € 87.610,17) niet door de WNT wordt genormeerd.
Met andere woorden: indien een topfunctionaris recht heeft op een transitievergoeding die hoger is dan het toegestane WNT-maximum, dient onverkort de volledige transitievergoeding te worden toegekend.
In de andere zaak, die was voorgelegd aan de kantonrechter te Amsterdam, hadden partijen gezamenlijk onder andere de vraag voorgelegd, of een tussen partijen overeengekomen beëindigingsvergoeding mag cumuleren met de wettelijke transitievergoeding.
De kantonrechter overweegt dat de letterlijke tekst van de bepalingen van de WNT een dergelijke samenloop weliswaar lijkt toe te staan, nu de WNT uitkeringen uit hoofde van een wettelijk voorschrift of algemeen verbindend verklaarde cao onverlet laat. Maar dat is volgens de kantonrechter wel in strijd met het doel van de WNT. De kantonrechter oordeelt daarom dat het partijen niet vrijstaat naast de transitievergoeding nog een additionele vergoeding bij beëindiging van het dienstverband overeen te komen voor zover deze tezamen boven het wettelijk maximum van de WNT zouden uitkomen.
De vraag is hoe hiermee het beste in de praktijk kan worden omgegaan. De WNT, zoals die op dit moment luidt, verbiedt de samenloop met de wettelijke transitievergoeding immers niet. Mogelijk dat dat wel veranderd gaat worden, omdat in de WNT nog geen rekening is gehouden met de WWZ en de transitievergoeding. Voordat instellingen en organisaties met een topfunctionaris afspraken gaan maken over de beëindiging van het dienstverband en eventuele ontslagvergoeding is het belangrijk tijdig advies in te winnen.
Voor nadere informatie of vragen over de WNT kunt u contact opnemen met onze WNT-specialist mr. Hanneke Klinckhamers (Hanneke.Klinckhamers@LenAadvocaten.nl)