Het Gerechtshof Den Haag heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden van een werknemer die racistische afbeeldingen heeft verspreid in een Whatsapp-groep met ca. zeventien (ex-)collega’s en een derde.

Werknemer is ten onrechte op staande voet ontslagen wegens ernstig verwijtbaar handelen. De situatie is volgens het hof zodanig veranderd dat sprake is van een verstoring van de arbeidsverhouding. Deze verstoring is niet alleen veroorzaakt door werknemer, maar ook door de werkgever.

Feiten

Werknemer is sinds 1 april 2000 werkzaam bij Air Products Nederland B.V. Zijn laatste functie was ‘Senior Continental Mechanical Technician’.

Op 1 februari 2016 heeft een collega van werknemer een Whatsapp-groep aangemaakt genaamd ‘Air Products’, waaraan werknemer met zijn privételefoonnummer is toegevoegd. De groep bestond uit ca. zeventien (ex-)werknemers en een derde.

Werknemer heeft in de Whatsapp-groep een aantal racistische afbeeldingen verspreid, waarna werkgever een gesprek aangaat met werknemer. De onderneming kent namelijk een zogenoemde ‘Code Voor Zakelijk Gedrag & Ethiek’, waarover zij haar werknemers onder meer door middel van trainingen informeert. In de Code is opgenomen dat misbruik of intimidatie van welke aard dan ook, inclusief seksuele en racistische intimidatie, of handelingen die intimiderend, discriminerend of aanstootgevend zijn niet getolereerd worden.

De afbeeldingen die werknemer in de Whatsapp-groep heeft verspreid zijn volgens de werkgever in strijd met een dergelijke code alsmede de maatschappelijke waarden en normen. Naar aanleiding van het gesprek is werknemer dan ook op non-actief gesteld.

In een vervolggesprek heeft werkgever werknemer medegedeeld hem op staande voet te ontslaan. Dat ontslag is ook schriftelijk bevestigd.

De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet vernietigd en werkgever veroordeeld om werknemer weer toe te laten tot zijn werkzaamheden op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250 per dag tot een maximum van € 25.000. Ook moet werkgever het salaris doorbetalen, met een wettelijke verhoging van 20% en met wettelijke rente.

Verzoek

De werkgever verzoekt het Gerechtshof Den Haag  primair voor recht te verklaren dat werknemer op 3 juli 2020 rechtsgeldig op staande voet is ontslagen en subsidiair de arbeidsovereenkomst van werknemer te ontbinden.

Oordeel rechtbank

Het Gerechtshof Den Haag is met de kantonrechter van oordeel dat de werkgever in de gegeven omstandigheden eerst een minder vergaand middel had moeten inzetten dan het gegeven een ontslag op staande voet. Hierbij wordt zwaar meegewogen dat de werknemer al ruim 20 jaar in dienst was en dat hiervoor nooit iets op zijn gedrag aan te merken was. Het argument van werkgever dat werknemer, gelet op zijn lange dienstverband een voorbeeldfunctie vervulde, brengt het hof niet tot een ander oordeel.

 Ontbinding van de overeenkomst

Werkgever heeft aangevoerd diep geschokt te zijn door het gedrag van werknemer, waardoor het vertrouwen onherstelbaar is geschaad en terugkeer van werknemer op werkvloer uitgesloten is. Deze argumentatie acht het hof onvoldoende overtuigend, gezien omdat andere collega’s die zich aan vergelijkbaar gedrag schuldig hebben gemaakt kennelijk nog steeds bij Air Products in dienst zijn. Daarnaast mocht van de werkgever verwacht worden dat zij pogingen zou ondernemen om het gedrag van de werknemer te stoppen en de onderlinge verhoudingen te verbeteren. Het hof overweegt echter dat de situatie inmiddels zodanig is veranderd dat geconcludeerd moet worden dat er sprake is van een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsverhouding.

Deze verstoring van de arbeidsverhouding is niet alleen veroorzaakt door het verwijtbare gedrag van werknemer, maar ook door het ernstig verwijtbare gedrag van werkgever. Werkgever heeft immers werknemer ten onrechte op staande voet ontslagen en heeft vervolgens geweigerd werknemer weer toe te laten tot zijn werkzaamheden, ondanks het oordeel van de kantonrechter op straffe van een dwangsom. Ondanks eenzelfde daarop aansluitende veroordeling door de voorzieningenrechter heeft de werkgever geweigerd en weigert zij nog steeds om aan de rechterlijke uitspraken te voldoen. Gelet op deze omstandigheden ontbindt het hof de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2021te ontbinden.

Transitievergoeding

Aangezien de beëindiging van de arbeidsovereenkomst op verzoek van Air Products niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, wijst het hof de transitievergoeding toe

Billijke vergoeding

Bij de beslissing over de billijke vergoeding weegt het hof mee dat de werkgever weliswaar ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, maar dat het verwijtbare gedrag van werknemer heeft bijgedragen aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Het hof houdt er verder rekening mee dat werknemer een transitievergoeding ontvangt van € 42.232,67 bruto die mede dient ter compensatie van het ontslag. Het hof houdt er ook rekening mee, zij het in beperkte mate, dat werknemer € 50.000 ontvangt ter zake van de door werkgever verbeurde dwangsommen. Het hof ziet geen aanleiding tot het toekennen van een billijke vergoeding aan werknemer.

Heeft u vragen over deze uitspraak? Neem dan contact op met L&A Advocaten.

Bron
Gerechtshof Den Haag, 30 augustus 2021 ECLI:NL:GHDHA:2021:1575.