De Tweede Kamer heeft naar aanleiding van de recente platformuitspraken (Uber, Helpling, Deliveroo) een motie aangenomen dat de Belastingdienst in 2022 extra budget moet krijgen om schijnzelfstandigheid te kunnen opsporen. Vanwege het handhavingsmoratorium zou een extra budget er nu alleen toe leiden dat meer ‘kwaadwillenden’ kunnen worden aangesproken.
Eerder berichtten wij u dat verschillende rechters oordeelden dat Uber-chauffeurs, Helpling-schoonmakers en Deliveroo-maaltijdbezorgers geen zelfstandigen, maar werknemers van de platformbedrijven zijn. Dit is ook in politiek Den Haag niet onopgemerkt gebleven.
De Tweede Kamer heeft naar aanleiding van de voornoemde uitspraken een motie aangenomen waarin is opgenomen dat de Belastingdienst ook in 2022 extra budget moet krijgen om te kunnen controleren op schijnzelfstandigheid. Door het bestaande handhavingsmoratorium wordt door de Belastingdienst op dit moment in principe niet gehandhaafd, tenzij sprake is van ‘kwaadwillendheid’ of wanneer aanwijzingen niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd. ‘Kwaadwillendheid’ is aan de orde in een (misbruik)situatie waarin opzettelijk evidente schijnzelfstandigheid bestaat, terwijl er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking.
Dit blijft in elk geval zo totdat een nieuw (nog te vormen) kabinet overgaat tot besluitvorming over (nieuwe) maatregelen in het thema “werken als zelfstandige”. Onder dergelijke maatregelen kunnen bijvoorbeeld de invoering van de webmodule vallen en het (gefaseerd) opstarten van handhaving bij elke vorm van schijnzelfstandigheid. Voorlopig leidt een extra budget voor de Belastingdienst er aldus slechts toe dat meer bedrijven kunnen worden aangesproken op hun kwaadwillendheid of nalatigheid in het opvolgen van aanwijzingen van de Belastingdienst.
L&A Advocaten volgt de ontwikkelingen binnen het thema “werken als zelfstandige” op de voet en houdt u als vanzelfsprekend op de hoogte.