L&A Advocaten heeft in deze zaak een werkgever met succes bijgestaan. De kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant veroordeelt een ex-werknemer – door wiens toedoen meerdere telefoons verdwenen uit een telecomwinkel – tot betaling van zowel het schadebedrag van de verdwenen telefoons als de gevorderde interne onderzoekskosten van de werkgever. Het feit dat deze onderzoekskosten aanzienlijk hoger zijn dan het schadebedrag van de verdwenen telefoons doet hier niet aan af, mede gelet op het hardnekkig blijven ontkennen door de werknemer.
Wat speelde er in deze zaak?
Bij een telecomwinkel wordt in oktober 2016 bij een voorraadcontrole geconstateerd dat een iPhone mist. Uit camerabeelden blijkt dat een verkoopmedewerker aan een klant twee iPhones heeft meegegeven, terwijl hij maar voor één iPhone een factuur heeft aangemaakt. Dat is voor werkgever aanleiding om nader onderzoek te doen. Uit dit (interne) onderzoek blijkt dat de betreffende werknemer op andere dagen nog drie iPhones aan ‘klanten’ in de winkel heeft ‘verkocht’ zonder dat hij onderliggende contracten heeft aangemaakt. De iPhones worden normaliter afbetaald door het doorlopen van een contractperiode en het betalen van een maandelijks bedrag door de klant. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat de privé-simkaart van de werknemer na afloop van diens werktijd in twee van de vermiste iPhones is gedaan. De werknemer was voor bepaalde tijd in dienst en zijn contract liep kort na de geconstateerde onregelmatigheden van rechtswege af (per 1 november 2016). De werkgever verhaalt in deze procedure met succes de schade – van de vermiste telefoons en onderzoekskosten – op de inmiddels ex-werknemer.
De ex-werknemer betwist dat hij de vijf iPhones aan klanten heeft meegegeven zonder dat zij ervoor hebben betaald. Volgens hem functioneerde de systemen van werkgever niet goed, waardoor contracten niet goed werden opgeslagen. Daarnaast geeft hij aan dat hij zich niet meer herinnerd wat er precies is gebeurd en dit ook niet meer kan nagaan, omdat hij er niet meer werkt. Verder stelt hij dat werkgever maar achter de ‘klanten’ had moeten aangaan om de telefoons terug te halen en dat de onderzoekskosten geen schade vormen voor de werkgever, omdat haar eigen werknemers het onderzoek hebben uitgevoerd. Bovendien is het gevorderde bedrag aan onderzoekskosten volgens hem buiten proportie.
Oordeel kantonrechter
De rechter acht het verweer van de ex-werknemer ongeloofwaardig. Werkgever heeft een uitdraai uit het CRM-systeem overlegd waaruit blijkt dat de ‘klanten’ geen contract hebben afgesloten met werkgever. Daarnaast blijkt uit de stukken dat de privé-simkaart van werknemer na werktijd in twee vermiste iPhones is gedaan en daar langere tijd in heeft gezeten. Dat maakt de verklaring van werknemer dat hij zijn eigen simkaart in de winkel (kort) in de nieuwe telefoon van de ‘klanten’ heeft gedaan om de telefoons te activeren, onaannemelijk. Bovendien heeft hij het ene moment verklaard dat hij een bepaalde klant kende en het andere moment dat hij hem nog nooit had gezien. Tenslotte concludeert de kantonrechter dat op de camerabeelden wel degelijk te zien is dat er twee iPhones in de tas van de ‘klant’ verdwijnen, zonder dat de ‘klant’ een iPhone teruggeeft. Hierdoor is ook de verklaring van ex-werknemer dat de ‘klant’ een telefoon kwam ruilen onaannemelijk. Daarbij speelt ook een rol dat de ex-werknemer in een tijdbestek van vier minuten twee iPhones meegeeft aan de ‘klant’ terwijl het afsluitproces van een contract in de winkel minimaal vijftien minuten duurt.
De kantonrechter veroordeelt ex-werknemer tot betaling van een schadebedrag ter waarde van de vijf iPhones van € 3.612,30 toe. Ook de volledige door werkgever gevorderde (interne) onderzoekskosten van € 5.375,- worden toegewezen. De kantonrechter overweegt dat werkgever deze kosten voldoende heeft gespecificeerd en uitgebreid gemotiveerd heeft toegelicht waarom de aan het onderzoek besteedde uren noodzakelijk waren. De enkele betwisting van ex-werknemer van deze kosten is onvoldoende. Dat de kosten hoog uitvallen ten opzichte van de schade doet daar niet aan af, nu werkgever voldoende heeft aangetoond dat zij deze kosten noodzakelijkerwijs heeft gemaakt, mede doordat ex-werknemer de stellingen van werkgever tot op heden is blijven ontkennen.
Commentaar
Het is doorgaans lastig om als werkgever schade te verhalen op een werknemer omdat schade in kader van het dienstverband in principe altijd voor rekening van werkgever komt krachtens art. 7:661 BW. Een werknemer kan op grond van dit artikel slechts aansprakelijk zijn voor schade jegens zijn werkgever wanneer de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid, waarbij in de rechtspraak een strenge maatstaf wordt gehanteerd.
In deze zaak wordt de schadevordering van de werkgever wel toegewezen, omdat de rechtbank van mening is dat de werknemer met zijn handelen de werkgever bewust schade heeft berokkend. Hierbij is bijzonder dat ook de interne onderzoekskosten volledig worden vergoed, ook al zijn deze hoger dan het oorspronkelijke schadebedrag.
Meer over dit onderwerp?
Irene Francken-van der Ven
T: +31 20 760 8814
E: irene.francken@lenaadvocaten.nl