De Tweede Kamer heeft vorige week het wetsvoorstel Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) aangenomen met 81 stemmen voor en 69 stemmen tegen. Doel van het wetsvoorstel is om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om werknemers in vaste dienst te nemen. De WAB houdt een pakket van maatregelen in om de verschillen tussen vast en flexwerk te verkleinen en meer evenwicht te creëren op de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel houdt ook een reparatie in van de WWZ die in 2015 in werking is getreden. Om dit te bereiken worden voorstellen gedaan om de wetgeving op het terrein van flexibele arbeid en het ontslagrecht te herzien. Hieronder vindt u de belangrijkste aangekondigde wijzigingen op een rij.

Cumulatieontslaggrond en hogere transitievergoeding

  • Invoering van een extra ontslaggrond, de zg. cumulatieontslaggrond (de ‘i-grond’): deze nieuwe grond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden uit 2 of meer andere ontslaggronden (c t/m h grond) te combineren.
  • Er moet altijd sprake zijn van een combinatie van twee of meer gronden; de i-grond is geen restgrond zoals de h-grond. De rechter zal nog steeds moeten toetsen of de werkgever wel een redelijke ontslaggrond heeft en dus voldoende dossier heeft dat de aangevoerde ontslaggronden onderbouwt.
  • Bij ontslag op de i-grond kan de rechter wel een hogere transitievergoeding toekennen die maximaal anderhalf keer zo hoog kan zijn. De rechter zal per geval moeten uitleggen hoe de hogere vergoeding is bepaald.
  • De billijke vergoeding kan nog steeds worden toegekend naast de hogere transitievergoeding.

 

Transitievergoeding

  • De werknemer bouwt vanaf de eerste dag van het dienstverband het recht op transitievergoeding op. Dus als de werkgever de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd opzegt heeft de werknemer recht op een (lage) transitievergoeding.
  • De opbouw van de transitievergoeding wordt bij lange dienstverbanden lager: voor iedere werknemer geldt straks een opbouw van 1/3e maandsalaris per gewerkt jaar.
  • Voor kleine werkgevers komt er een regeling om betaling van de transitievergoeding te compenseren als zij hun bedrijf moeten sluiten wegens pensionering of ziekte.

 

Ketenregeling

  • De ketenregeling wordt weer verruimd. Met de invoering van de WWZ heeft de werknemer vanaf 2 jaar of bij de 4e opvolgende arbeidsovereenkomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het wetsvoorstel maakt dit weer ongedaan. De ketenregeling wordt verruimd naar 3 tijdelijke contracten binnen 3 jaar.
  • De tussenpoos van 6 maanden blijft ongewijzigd. Wel kan de tussenpoos bij CAO worden verkort van 6 naar 3 maanden als het gaat om terugkerend tijdelijk werk dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan (bijvoorbeeld bollenseizoen of strandseizoen).
  • In het basisonderwijs mag een uitzondering op de ketenregeling worden gemaakt voor invalkrachten.

 

Proeftijd

  • Het voorstel om een proeftijd van 5 maanden af te spreken in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (‘proeftijd XL’ genoemd) is geschrapt. De huidige proeftijd blijft ongewijzigd (dus 1 maand bij contracten korter dan 2 jaar en 2 maanden bij contracten langer dan 2 jaar of onbepaalde tijd).

 

Payrolling

  • De regels voor gelijke beloning gaan ook gelden voor werknemers die op payrollbasis werken. Zij krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de eigen werknemers van de opdrachtgever en recht op een adequaat pensioen.

 

Oproepkrachten

  • De oproepkracht moet minstens 4 dagen van te voren worden opgeroepen door de werkgever, anders is de oproepkracht niet meer verplicht om te komen werken. Is de oproepkracht eenmaal opgeroepen, dan behoudt de oproepkracht recht op loon als het werk minder dan 4 dagen van te voren wordt afgezegd. De termijn van 4 dagen kan bij CAO worden verkort tot één dag.
  • Als de oproepkracht een jaar in dienst is, moet de werkgever de oproepkracht een arbeidsovereenkomst aanbieden voor een vast aantal uren op basis van het gemiddelde aantal gewerkte uren over dat jaar.

 

WW-premiedifferentiatie

  • Om het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd minder aantrekkelijk te maken en die van een vast contract juist aantrekkelijker, wordt premiedifferentiatie ingevoerd: een lage premie voor vaste contracten en een hoge premie voor tijdelijke contracten.

 

Inwerkingtreding

  • De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2020. Het door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel zal nu worden behandeld in de Eerste Kamer. Vanwege de stemverhoudingen is onzeker of het wetsvoorstel het ook in de Eerste Kamer redt.

 

Slapende dienstverbanden

  • De Eerste Kamer stemde vorig jaar in met een compensatie van de transitievergoeding na 2 jaar ziekte voor werkgevers. Tijdens het plenaire debat over de WAB gaf de Minister te kennen dat de compensatieregeling belemmeringen bij werkgevers weghaalt om de dienstverbanden slapend te houden. De Minister benadrukte dat werkgevers er belang bij hebben om de slapende dienstverbanden zo snel mogelijk te beëindigen, want de opbouw van de transitievergoeding loopt door tot het moment waarop het dienstverband uiteindelijk wordt beëindigd. De teller voor de compensatie die een werkgever kan krijgen stopt echter bij 104 weken, dus tot de periode van loondoorbetaling tijdens ziekte. Dit betekent dat de werkgever de transitievergoeding die wordt opgebouwd over de periode vanaf het aflopen van de 104 weken en het daadwerkelijke ontslag niet wordt gecompenseerd. De Minister riep tijdens het debat de werkgevers op om zo snel mogelijk een einde te maken aan de slapende dienstverbanden.

 

L&A Advocaten houdt u uiteraard op de hoogte van de behandeling van het wetsvoorstel WAB. Heeft u vragen over dit artikel, mailt u dan naar Jennifer Ligterink, jennifer.ligterink@lenaadvocaten.nl