Ontslag of beëindiging van het dienstverband kan verschillende oorzaken hebben en kan op verschillende manieren worden geëffectueerd.
De meest voorkomende wijzen van beëindiging zijn:
- Opzegging door de werknemer
- Eindigen van het dienstverband van rechtswege (bijvoorbeeld door het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of door het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd)
- Beëindiging met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomst)
- Beëindiging met toestemming van het UWV (bij bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid)
- Ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter (onder andere bij disfunctioneren, verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer of een verstoorde arbeidsrelatie)
- Ontslag op staande voet
Bij een beëindiging van het dienstverband wordt in de regel een eindafrekening met betrekking tot bijvoorbeeld de vakantiedagen en het vakantiegeld gemaakt.
Wanneer het initiatief voor beëindiging bij de werkgever ligt, zal doorgaans de opzegtermijn in acht moeten worden genomen en zal in veel gevallen tevens een transitievergoeding verschuldigd zijn. Dit is niet het geval wanneer de werknemer een ‘ernstig verwijt’ kan worden gemaakt voor beëindiging van het dienstverband, bij ontslag op staande voet of wanneer anders wordt overeengekomen in een vaststellingsovereenkomst. In het geval dat de werkgever volgens de kantonrechter een ernstig verwijt te maken valt, kan de werkgever een billijke vergoeding verschuldigd zijn.
De specialisten van L&A Advocaten hebben ruime ervaring met de beëindiging van arbeidsovereenkomsten. Zij kunnen u onder meer adviseren op het gebied van de mogelijkheden en risico’s van een beëindiging van het dienstverband (al dan niet op staande voet) en (het opstellen en beoordelen van) vaststellingsovereenkomsten. Indien nodig, procederen zij hier ook over.